De familie Monroe is onderweg en besluit aan de kust van een rivier te
gaan picknicken. De locatie is zo afgelegen, dat het dichtstbijzijnde
stadje drie uur rijden is. Voor de familie beginnen de problemen wanneer
zij tot de ontdekking komen dat zij zich bevinden in het territorium
van een gigantisch, bloeddorstig zwijn. Het beest jaagt de familie op en
poogt hen af te slachten. Een gevecht om te overleven begint. Genre : Horror Land : Australie Cast
Nathan Jones : Bernie
Bill Moseley : Bruce
John Jarratt : Ken
Simone Buchanan : Debbie Regisseur Chris Sun
Mijn mening
Either I'm pissed off my chest mate,
or that's the biggest fucking boar I've ever seen.
In 1955 hadden we een reuzeoctopus in “It came from beneath the Sea” en vorig jaar hadden we de gigantische mensenhaai in “The Meg”. En daartussenin werden we getrakteerd op een bonte verzameling van reusachtige dieren. Zo waren er ook al mieren (“Empire of the ants” uit 1977), spinnen (“Big Ass Spider” uit 2013), slangen (“Anaconda” uit 1997), apen (“King Kong” uit 1976), krokodillen (“Rogue” uit 2008), kakkerlakken (“Bug” uit 1975) en wespen (“Stung”
uit 2015). En als je wat opzoekwerk verricht dan zal je merken dat er
wel meerdere films gemaakt zijn over zulke reusachtige ondingen.
Misschien dachten de makers van deze film dat ze eens iets origineels
hadden bedacht toen ze op de proppen kwamen met een kanjer van een
everzwijn. En om eerlijk te zijn dacht ik dat ook. Blijken er toch nog
enkele andere film te bestaan zoals “Razorback”, “Pig Hunt” en “Chaw”.
Ik was er wel van overtuigd dat deze film nooit zo slecht zou kunnen zijn als “Lake Placid : Legacy”
waar een joekel van een krokodil achter een groepje jongeren aanzat.
Dat was nu eens echt een waardeloze film. Een compleet ridicuul verhaal,
stompzinnig acteerwerk en een monster dat schittert door zijn
afwezigheid. Al bij al, een verspilling van mijn sowieso al schaarse
tijd. Over “Boar” kan ik alleen zeggen dat het acteerwerk over
het algemeen meeviel. Het monster kwam voldoende in beeld. En er kwamen
zelfs enkele grappige momenten in voor. Maar om nu te beweren dat dit
een dijk van een film was, is nu ook weer een beetje overdreven. Het zat
vol met onwaarschijnlijkheden. En het verhaal zelf was ook nogal
simplistisch.
Het verhaal speelt zich af in Australië. Alleen al het feit dat het
Australische productiehuis Slaughter FX deze film heeft uitgebracht (in
het verleden ook “Charlie's Farm”)
stemde mij al hoopvol. Eerlijk gezegd vind ik de meeste Australische
horrors sowieso al subliem. Misschien komt het door dat schitterende
Australische accent. Daar wordt ik instant vrolijk van. Dus ook hier
valt het stopwoord “mate” regelmatig. Niets leek erop dat de familie
Monroe hun vakantie hier zou uitmonden in een ware nachtmerrie. Debbie
(Simone Buchanan) en haar Amerikaanse echtgenoot Bruce (Bill Moseley)
zijn met de rest van de familie onderweg naar Debbie’s broer Bernie
(Nathan Jones). Als je het formaat van het everzwijn al indrukwekkend
vindt, dan zal je zeker onder de indruk zijn van Bernie. Wat een kolos
van een vent. Hij leek me wel een soort Obelix die liefst van al zo’n
everzwijntje opvreet als ontbijt. Ik verwachtte me dus wel aan een
“Clash of the Titans”. Blijkbaar heeft Slaughter FX een boontje voor
Nathan Jones want hij mocht ook al de rol van Charlie in “Charlie’s farm” voor zijn rekening nemen. De film wordt zelfs eventjes vermeld.
Laten we het even hebben over het onderwerp : het gigantische everzwijn. Als je zo’n typische monsterfilm als “Boar”
kijkt, dan weet je op voorhand al dat je niet een fenomenaal en
verbluffend verhaal voorgeschoteld krijgt. Het enige wat telt in zulke
films is : hoe angstaanjagend en gedrochtelijk is het reusachtige
misbaksel dat onschuldige slachtoffers maakt en op wat voor een
gruwelijke wijze worden deze laatsten afgeslacht. Verder is het
gewoonweg verstand op nul en moet je je zeker niet te veel vragen
stellen over het hoe en waarom. Want dat raadsel blijft onopgehelderd.
Is het genaamde everzwijn zo gigantisch groot vanwege het verorberen van
grote hoeveelheden truffels of eikels? Of wentelde het zich in een poel
chemisch vervuilde modder? Of joeg een jager een lading lood in zijn
billen waarna het beest zich zodanig opjoeg dat het zo’n groteske
gestalte aannam? Of is het beest afkomstig uit de onderwereld? Geen
flauw idee.
Maar wat je wel kan zeggen is dat het ondier wel over enkele
merkwaardige skills beschikt. Zo blijkt het een expert te zijn wat
betreft camouflage, want niemand heeft ooit het monster zien ronddraven.
En ik dacht dat Australiërs zo’n buitenmensen waren die constant in de
natuur vertoeven en aardig wat tijd doorbrengen in de bushes tussen het
lokale wildlife. Verder beschikt het over een vernuftig GPS systeem want
het verschijnt telkens op de juiste plaats op het juiste moment.
Grootste ontgoocheling is echter de visualisatie van het onding.
Overduidelijk dat men gebruik gemaakt heeft van een model dat bij
close-ups als een handpop in beeld wordt gebracht. Een soort XL pop uit
de Muppetshow. En op zeldzame momenten heeft men de digitale versie
bovengehaald. Maar die was spijtig genoeg erbarmelijk slecht. Alleen als
die monsterlijke kop met gigantische slagtanden vol slijm, bloed en
modder in beeld kwam, zag dit varkentje er angstaanjagend uit. En
verwacht je maar aan enkele bloederige, gore slachttaferelen wanneer dit
monster zijn volgende prooi in stukken scheurt.
“Boar” is niet van een hoogstaand niveau en heeft zijn zwakke
momenten, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door zijn
ongecompliceerde goorheid en soms wel onhandige humor zoals het
stuntelig gedoe van Ken (John Jarratt) en Blue (Roger Ward) of de
genante vertoning van Bruce (Bill Moseley). De meest vervelende aspecten
waren het overdreven gedoe van de twee jongeren Ella (Christie-Lee
Britten) en Robert (Hugh Sheridan). En voornamelijk de slechte CGI zorgt
ervoor dat de film niet boven het gemiddelde stijgt. Hou je echter van
een monster-film dan kan je er toch nog plezier aan beleven als je Miss
Piggy ziet ronddraven.
Post a Comment