Harbinger Down (2015)
Korte Inhoud
Een groep studenten heeft een overtocht geboekt op het schip de Harbinger om de effecten van het broeikaseffect in de Beringzee te bestuderen. Wanneer de bemanning een recent ontdooid Sovjet ruimtewrak aan boord haalt verkeert iedereen op het schip in levensgevaar. De Russen blijken in het verleden te hebben geëxperimenteerd met resistente organismen die ruimte radiatie kunnen weerstaan. De wezens hebben het overleefd, maar niet zonder mutatie te ondergaan. Nu is de bemanning van de Harbinger blootgesteld aan deze muterende wezens, die niet van plan zijn het warme gezelschap van de mensen op te geven.
Genre : SF/Horror
Land : VS
Cast :
Lance Henriksen : Graff
Matt Winston : Stephen
Camille Balsamo : Sadie
Regisseur : Alec Gillis
Mijn mening
“This is a portable molecular analyzer. Place the sample in this cartridge and it could tell you everything... from what species it is... and whether or not if it has a cold or cancer.
Hey, Bowman, I wonder if that thing can analyze a fart.
Okay, leave now, cavemen. Go wrestle sharks or whatever you do.”
Zelf had ik een grenzeloze bewondering voor de bedenkers van SE’s en
make-up in die tijd. Het was de periode dat de VHS/Betamax markt nog
welig tierde. Ik kan me nog herinneren dat ik als filmliefhebber (die
niet in het bezit was van een videospeler) afzakte naar de lokale
videotheek en huiswaarts keerde met een plastiek koffertje, waarin zich
een VHS-speler bevond, en een vijftal videobanden. Films waarin
exploderende hoofden te bewonderen waren zoals in “Scanners” of
afstervende lichaamsdelen zoals in “The Fly”. Dat een
productiemaatschappij op de proppen komt met een zelfgeproduceerde film
waarvan ze beweren dat er alleen gebruik gemaakt werd van deze antieke
technieken, zorgde voor een kortstondige opwinding bij mij. Spijtig
genoeg is van deze techniek bijster weinig te zien. Ofwel verschijnt het
creatuur in het duister waardoor het nogal moeilijk is om er iets van
te ontwaren. Ofwel ging het zo razendsnel dat je niet eens de kans kreeg
om het te bewonderen.
Ik twijfel niet aan de ambachtelijke kennis van Alec Gillis als bedenker van groteske, slijmerige monsters. Maar de job als regisseur heeft hij duidelijk nog niet onder de knie. Er is allereerst een totaal gebrek aan spanning. Geen moment grijpt het je naar de keel. Je aanschouwt het op een apathische wijze en wacht verveeld de ontknoping af. Zelfs datgene waarrond de hele film draait is een grandioze teleurstelling. Het organisme ziet er kunstmatig, nep en verre van afschrikwekkend uit. Een flink uit de kluiten gewassen inktvis die telkens van vorm verandert en zich aldus op een makkelijke manier op de boot kan verplaatsen. Maar echt rillingen bezorgen doet het niet.
“This is a portable molecular analyzer. Place the sample in this cartridge and it could tell you everything... from what species it is... and whether or not if it has a cold or cancer.
Hey, Bowman, I wonder if that thing can analyze a fart.
Okay, leave now, cavemen. Go wrestle sharks or whatever you do.”
Herinner je je nog dat spinachtig, slijmerig creatuur met het misvormde
hoofd eraan vast uit de film “The Thing”? Of het moment dat in “Alien”
John Hurt zijn onderbuik openscheurt en er een bloederig buitenaards
wezen uit tevoorschijn komt ? Beide films zijn uit de jaren 80. Een
tijdperk waarin computeranimaties nog redelijk beperkt werden gebruikt.
De speciale effecten werden meestal gerealiseerd met behulp van
stop-motion technieken, make-up en miniaturen. “Harbinger down” is een
soort ode aan deze technieken (PFX) die nog altijd door de filmstudio
ADI wordt gebruikt (onder andere voor de remake van “The thing” in
2011). Het is dan ook een mengeling van “The Thing” en “Alien”. Een
buitenaards organisme dat zich genesteld heeft in een Russische
kosmonaut en jarenlang in het poolijs ingevroren zat.
Ondanks de hoge nostalgische waarde van deze film is het eindresultaat
nogal teleurstellend. Behalve de opvallende gelijkenissen met
klassiekers uit de jaren 80 is er ook nog het soms toch wel erbarmelijke
acteren. De clichématige omstandigheden zijn niet bijster origineel. Zo
is het alweer een poolgebied waar het zich allemaal afspeelt, aan boord
van een krabboot. Alweer een locatie waar ontsnappen onmogelijk is.
Vanzelfsprekend is er iemand aan boord wiens prioriteiten op zijn minst
nogal discutabel zijn. Het moment dat het binnengehaald gevaar zich
begint te manifesteren, begint de systematische eliminatie van
bemanningsleden.
Ik twijfel niet aan de ambachtelijke kennis van Alec Gillis als bedenker van groteske, slijmerige monsters. Maar de job als regisseur heeft hij duidelijk nog niet onder de knie. Er is allereerst een totaal gebrek aan spanning. Geen moment grijpt het je naar de keel. Je aanschouwt het op een apathische wijze en wacht verveeld de ontknoping af. Zelfs datgene waarrond de hele film draait is een grandioze teleurstelling. Het organisme ziet er kunstmatig, nep en verre van afschrikwekkend uit. Een flink uit de kluiten gewassen inktvis die telkens van vorm verandert en zich aldus op een makkelijke manier op de boot kan verplaatsen. Maar echt rillingen bezorgen doet het niet.
De goede bedoelingen zijn duidelijk aanwezig, maar de afwerking laat te
wensen over. Misschien was het initieel de bedoeling om een film te
creëren vergelijkbaar met “The thing”. Want de remake van 2011 zou
oorspronkelijk louter en alleen bestaan uit technieken die ADI gebruikt.
Deze werden echter uit de uiteindelijke film geweerd. Duidelijk dus een
opgestoken middelvinger richting de makers van deze remake. Dit doet
wel niets af aan het feit dat het een belabberde film is. Op twee
positief te noemen feiten na dan. De metamorfose die het buitenaards
wezen toepast, vond ik wel een origineel idee. En Lance “Bishop”
Henriksen speelt een ijzersterke rol als de stuurse en standvastige
kapitein Graff. Maar uiteindelijk was het toch maar povertjes. Hadden ze
die Sovjet rommel in het water gelaten en louter en alleen de witte
walvissen in beeld gebracht, was het waarschijnlijk even spannend
geweest.
Post a Comment