All nighter (2017)
Wanneer een team van onderzoekstudenten het menselijk brein in kaart brengt en per ongeluk een van hun eigen mensen doodt, ontgrendelen ze ongewild dodelijk geweld wanneer ze hun collega vervolgens reanimeren. Ze moeten vechten voor hun eigen leven. Het team moet hun collega in bedwang houden in het lab, voordat hij schade toebrengt in de bewoonde wereld.
Genre : Komedie
Country : VS
Country : VS
Cast :
J.K. Simmons : Frank Gallo
Emile Hirsch : Martin
Analeigh Tipton : Ginnie
Regisseur :
Gavin Wiesen
J.K. Simmons : Frank Gallo
Emile Hirsch : Martin
Analeigh Tipton : Ginnie
Regisseur :
Gavin Wiesen
“Uh, it's just up that-a-way.
That's gotta be the 15th fucking time you said "that-a-way." Are you Hopalong Cassidy?
Who's Hopalong Cassidy?”
“All nighter” is zo’n film die hoegenaamd niet slecht is, maar tegelijkertijd ook niet zo bijster goed. Er zijn soms van die avonden in het weekend dat je uitgeteld in je zetel ligt en ongeïnteresseerd alle kanalen op je televisie doorloopt om te zien of er ergens wel iets interessants te zien is. En dan stoot je op een onbekende film waarin een bekend persoon speelt. En na een tijdje besef je dat het eigenlijk niet veel soeps is. Maar omdat je te lui bent om een andere zender te zoeken, kijk je de film toch maar volledig en ga je vervolgens slapen zonder nog te beseffen waar het allemaal over ging. “All nighter” is zo’n type film.
Op het moment dat J.K. Simmons in beeld kwam, had ik zo’n juichmoment waarop ik dacht dat het wel eens een goede film zou kunnen zijn. Twintig minuten laten besefte ik dat J.K. Simmons niet zo’n fascinerende rol speelde als in “Whiplash”. Dat hij door zijn specifieke gelaatstrekken en kaal hoofd er nogal streng en gedisciplineerd uitziet, paste wel bij deze rol als Mr. Gallo, vader van het lieftallige meisje Ginnie (Analeigh Tipton) die een relatie heeft met de banjo-spelende loser Martin (Emile Hirsch). Al bij de eerste ontmoeting tijdens een etentje, toont Mr. Gallo bewust of onbewust zijn minachting ten aanzien van Martin. Als hij 6 maanden later aan Martin’s deur aanbelt om te vragen waar zijn dochter uithangt, blijkt Martin ook van niks te weten (ze zijn ondertussen uit elkaar) en is dit het begin van een nachtelijke tocht langs locaties waar Ginnie de laatste keer werd gespot.
Tja, als men het woord cliché nog niet had uitgevonden, was dit bij het verschijnen van deze film zeker en vast gebeurd. Werkelijk alle aspecten die in deze film voorkomen zijn al eens ergens anders gebruikt. Twee totaal verschillende personen, die elk een ander levenspad hebben gekozen, worden noodgedwongen verplicht om elkaars gezelschap te tolereren. Vanzelfsprekend zal naarmate de avond vordert de twee meer en meer respect krijgen voor elkaar. Intense levensverhalen worden uitgewisseld. Men ontdekt gemeenschappelijke interesses. En voor je het weet worden alle vooroordelen aan de kant gezet en worden ze vrienden voor het leven.
Emile Hirsch (die in mijn ogen een excellente rol speelde in “Just Jim”) is zo’n typische alternativo die niet bepaald op zoek is naar een goedbetalende job om een zorgeloze toekomst mee op te bouwen. Nee, liever staat hij wat te tokkelen op zijn banjo. Frank moet dan ook nog eens tot afgrijzen vaststellen dat Martin vegetarisch is, allergisch is voor alles en nog wat en een onverbeterlijke kluns is. Zijn dochter zal dezelfde conclusie hebben gemaakt en heeft de nietsnut ingeruild voor een schijnbaar vermogende yuppie waarmee ze naar Bora-Bora vertrekt.
Misschien zou deze would-be komedie nog interessant kunnen worden als Frank en Martin op hun nachtelijke tocht fascinerende personen zouden ontmoeten. Spijtig genoeg zijn de meeste personages uiterst vervelende individuen. Jimothy (Jon Daly) de junkie die steevast alleen te zien is in onderbroek en kamerjas. Roberta (Kristen Schaal) en Gary (Taran Kilam) het kibbelende koppel waarbij Gary blijkbaar een nogal ongezonde belangstelling toonde voor Ginnie. Trevor (Jon Bass) als arrogant ventje die wel degelijk een muilpeer verdiende. En nog enkele nietszeggende randfiguren die alleen diende als richtingswijzer om het duo verder op pad te sturen.
“All nighter” zou een perfecte komedie zijn, mits de aanwezigheid van enige humor. En dat is dus hetgeen er ontbrak. Omzeggens niks was een gniffel of bescheiden lachje waard. Het was allemaal zo geforceerd en flauw. Zelfs het verorberen van hallucinatie bezorgende paddenstoelen was niet humoristisch genoeg. Diep vanbinnen hoopte ik dat hij er in zou stikken. En zo trekken ze van de ene plek naar de andere waar Ginnie niet meer komt of werkt. Frank is hierbij de gereserveerdheid zelf met de door liefdesverdriet gebroken Martin op sleeptouw. Uiteindelijk is de reden voor Ginnie’s afwezigheid nogal gewoontjes en valt uiteindelijk alles in de juiste plooien. Ik vond “Meet the fockers” (ook een soortement toekomstige-schoonzoon-ontmoet-toekomstige-schoonvader rampscenario) al pijnlijk om te kijken, maar deze volgt deze laatste toch nipt op. Al een geluk dat het maar een korte pijn was dit keer want deze verwaarloosbare film duurde maar een 80tal minuten.
Post a Comment